Dit boek gaat over het begrijpen van stereotiep en zelfverwondend gedrag bij jonge kinderen met een visuele en verstandelijke beperking. In plaats van het gedrag als probleem te bestempelen, leggen de auteurs uit dat het vaak voortkomt uit een gebrek aan wederzijds begrip. Ze laten zien dat dit gedrag een vorm van communicatie kan zijn, waarmee kinderen gevoelens als angst, verlangen of frustratie uiten. Door deze gedragingen te benaderen als signalen in plaats van symptomen, ontstaat er ruimte voor meer empathie en gerichte ondersteuning.
Wat dit boek bijzonder maakt, is de praktische en systematische aanpak via het Stap-voor-Stap model, ondersteund door casestudies. De auteurs focussen niet op het elimineren van ongewenst gedrag, maar op het vergroten van het welbevinden van het kind. Door goed te observeren, sensitief te reageren en de hulpvraag vanuit het kind centraal te stellen, biedt het boek concrete handvatten voor ouders en professionals. Het sluit aan bij de gehechtheidstheorie en benadrukt dat zelfs ogenschijnlijk storend gedrag een belangrijke functie kan hebben voor het kind.