Jaarlijks verliezen ruim 6000 kinderen een van hun ouders. De meerderheid van deze kinderen verliezen hun vader en worden half-wees in de puberleeftijd. Momenteel wonen er in ons land in totaal ongeveer 34.000 halfwezen.
Tegen de algemeen heersende overtuiging in, blijkt dat de meeste kinderen over de veerkracht beschikken om, met steun en hulp vanuit de eigen omgeving, het verlies van een ouder te kunnen integreren in hun leven. Een kleine minderheid ontwikkelt echter ernstige psychologische problemen waarbij specialistische professionele hulp noodzakelijk is.
Vanuit dit gegeven is het voorstelbaar dat sommige kinderen te snel naar de professionele hulp (bijvoorbeelde de GGz) worden doorverwezen en minstens zo belangrijk dat er kinderen en jongeren zijn die niet de steun krijgen uit hun omgeving die ze eigenlijk nodig hebben.
In deze training wordt gefocust op de meerderheid van de kinderen die (nog) geen specialistische hulp nodig hebben, met andere woorden kinderen die zogenaamde ‘normale rouwreacties’ vertonen en die o.a. met steun uit de omgeving leren omgaan met het verlies. Maar wat zijn eigenlijk normale rouwreacties? En hoe weet je of het wel goed met ze gaat? Juist omdat het zo belangrijk is om aan kinderen zelf te vragen hoe het met ze gaat, moet je met ze in gesprek gaan. Maar hoe doe je dat? En hoe praat je met ouders? En wanneer moet je ingrijpen en doorverwijzen?
Professionals in de jeugdzorg, het onderwijs en de gezondheidszorg krijgen tijdens deze training voldoende handreikingen voor het herkennen van normale rouwreacties en het in gesprek gaan met kinderen en hun ouders/verzorgers.
Doelgroepen
Deze cursus is gericht op HBO- en academisch opgeleide professionals die in de uitoefening van hun beroep te maken krijgen met gezinnen in verliessituaties.
Denk daarbij aan:
- Jeugdzorgwerkers
- (School)maatschappelijk werkers
- Wijkverpleegkundigen
- Mediators
- Leerkrachten / Intern Begeleiders / Zorgcoördinatoren
- (Basis)psychologen en orthopedagogen
- Schoolpsychologen
- Jeugdartsen
Leerdoelen
- De nieuwste theorieën rondom kinderen en rouw;
- De mogelijke gevolgen van het verlies van ouders op de ontwikkeling van een kind;
- Welke factoren een rol spelen bij een kind, tijdens het integreren van het verlies van een ouder;
- Het verschil tussen normale en gecompliceerde rouw;
- Relevante gesprekstechnieken en materialen om een gesprek te voeren met kinderen die een ouder verloren
- Gesprekstechnieken tijdens een overleg met de ouders/verzorgers over het kind en diens ontwikkeling na de dood van de andere ouder;
- In welke gevallen door te verwijzen naar een specialist.
Programma
10.00 uur Ochtendprogramma
- Introductie: korte voorstelronde, programma, verwachtingen en leervragen
- Kennisoverdracht: normale rouw
- Oefening mbt de rouwmijlpalen
- Plenaire bespreking
- Kennisoverdracht: Werken met het concept van de tijdslijn
12.30 uur Pauze
13.30 uur Middagprogramma
- Praten met kinderen en jongeren: hoe doe je dat? Meer zeggen zonder woorden
- Oefenen met creatieve technieken om in contact te komen met kinderen/jongeren en hun ouders
- Casuïstiek oefenen
- Kennisoverdracht: gecompliceerde rouw
- Opdracht wanneer en naar waar doorverwijzen
17.00 uur Afsluiting
Studiebelasting
Zes uur contacttijd verdeeld over een lesdag.
Toetsing / examinering
Iedere cursist ontvangt een certificaat na het volledig volgen van deze training.
Certificering / accreditatie
Accreditatie-aanvragen bij specifieke beroepsregisters worden op maat geregeld.
Prijs
De prijs van de scholing is mede afhankelijk van het aantal deelnemers en de specifieke wensen van de opdrachtgever. Vraag een vrijblijvende offerte aan.