Creëer meer zelfinzicht met de Toolkit “Mijn draadjes doen zien en zien doen”

Werk jij met kinderen en/of jongeren? En herken je een van de volgende situaties?

  • Een kind waarmee je werkt vindt het lastig om diens eigen emoties te reguleren waardoor samenspelen met huisgenoten eindigt met uitbarstingen of agressief gedrag.
  • Een kind uit je groep heeft een pestverleden en vertoont een zeer laag zelfbeeld en laat daardoor niet zien wat het allemaal aan competenties in huis heeft.
  • Een jongere uit je klas heeft veel last van zintuiglijke prikkels, is steeds moe en haakt af als hij zich moet focussen op een taak of test.
  • Een kind blokkeert plots tijdens een sportactiviteit en wil sindsdien niet meer alleen uit huis.
  • Een kleuter heeft zoveel schakeltijd nodig om afscheid te nemen van zijn ouders als hij gaat logeren.
  • Een jongere heeft moeite om zijn vrienden te behouden en ligt in de knoop met zijn eigen identiteit. Hij vraagt je hulp hierbij.

Met de toolkt “Mijn draadjes “doen zien” en “zien doen” heb je een krachtig instrument in handen waarmee je kinderen en jongeren tussen 5 en 18 jaar inzicht kunt geven in zichzelf. Vervolgens kun je ze handvatten aanreiken om beter om te gaan met hun eigen uitdagingen.

De toolkit zelf kan ingezet worden bij kinderen en jongeren met een normale ontwikkeling alsook gebruikt worden voor mensen met een lichte verstandelijke beperking zowel thuis, op school, in begeleidingstrajecten, therapie en in dagbestedings- en woongroepen.

Met de toolkit schaalt een kind zichzelf in samen met een begeleider

Deze toolkit bestaat enerzijds uit Mijn Uniek Draadverhaal’, een veelzijdig interview met een laagdrempelige bevraging zodat elke cliënt/leerling zelf mag en kan reflecteren op eigen emoties, en anderzijds uit ‘Mijn Draadjestheater’, een visuele ondersteuning en blikvanger die je zal ondersteunen om elk kind/jongere ZICHZELF emotioneel te laten inschalen, bewust worden van eigen kansen en kwetsbaarheden, eigen snap-mechanisme doet groeien op een integratieve en dynamische manier. Het kind/de jongere staat centraal en vertelt/zet zijn eigen verhaal vanuit een eigen beleving.

De tool kan gebruikt worden als beginsituatie, als intake, als evaluatiemoment, als psycho-educatie, bij duiding van functie van gedrag en de vertaalslag ervan tijdens je sessies of begeleiding, bij verdere ontwikkeling van het zelfbeeld en het fundamentele zelfvertrouwen….

Achterliggende methode en theorie: ‘De Draad’ van Gerrit Vignero en het neurologische drempel- en zelfregulatie-continuüm SI van W. Dunn

De toolkit, die in deze workshop wordt besproken, is enerzijds gebaseerd op het model en methode van De Draad, ontwikkeld door Gerrit Vignero en anderzijds op de theorie over prikkelverwerking van W. Dunn.

De Draad zelf is een metafoor en tegelijkertijd een methode, bedoeld om de emotionele ontwikkeling te verhelderen voor onder andere begeleiders, leerkrachten, gedragsdeskundigen, therapeuten, coaches en ouders. De Draad geeft je inzicht en handvaten bij (complexe) opvoedings-, begeleidingsvragen alsook duiding en vertaalslag van de functie van zichtbaar gedrag. Het model van De Draad wil je helpen om een goede afstemming te zoeken met de cliënt of leerling en om een gemeenschappelijke taal te ontwikkelen in gesprekken met ouders en het netwerk rond de cliënt of leerling. Ontwikkeling is in het ontwikkelings-dynamisch model van De Draad ingedeeld in een opeenvolging van een aantal stappen (of fasen), deze zijn vertaald in type draden. De Draad is een methode voor professionals, de toolkit is een aanvulling voor het kind zelf.

Sensorische informatieverwerking (SI) is medebepalend voor gedrag. Winnie Dunn ontwikkelde in 1997 een model voor SI. In dit model verklaart Dunn de interactie tussen neurologische drempels en gedragsmatige reacties hierop. Met het model krijg je meer inzicht in hoe kinderen en jongeren prikkels verwerken.

Voorbeeldvragen uit de toolkit

De belangrijkste kerngedachten of emoties per draad alsook mogelijke reacties en gedragingen van kinderen en jongeren worden geïllustreerd met enkele voorbeelden:

  • Merk je externe zintuiglijke/sociale prikkels op in je omgeving? Wanneer wel/niet? Wat doe je hiermee?
  • Laat je aan je buitenkant zien wat je binnenin voelt?
  • Ben je soms bang van jezelf als je weer uitzinnig boos bent?
  • Weet je waarom je je altijd verstopt als iemand hardop praat?
  • Aanvaard je hulp of heb je nood aan veel nabijheid?
  • Heb je steeds pijntjes?

Startdata en locaties

  • Online 16 jan. 20261 bijeenkomst€ 85