Om je te ontwikkelen heb je zintuiglijke prikkels nodig. Dat geldt ook voor mensen met een verstandelijke beperking. Bij mensen met een verstandelijke beperking is het noodzakelijk dat hun omgeving helpt om zintuiglijke prikkels te reguleren. Want mensen met een verstandelijke beperking kunnen dit meestal niet (geheel) zelf. Het gevaar bestaat dat aan deze cliënten de mogelijkheid tot ontwikkeling wordt ontzegd door beschermende maatregelen of te snel dingen uit handen nemen. Het is belangrijk dat de cliënt met een verstandelijke beperking niet te veel maar ook niet te weinig prikkels krijgt.
WIEBELEN EN FRIEMELEN VOOR MENSEN MET EEN VERSTANDELIJKE BEPERKING’
Sinds kort is er een nieuw boek uitgekomen in de wiebelen en friemelen reeks. Het nieuwe boek gaat specifiek in op prikkelverwerking bij mensen met een verstandelijke beperking. Naar aanleiding van het boek “wiebelen en friemelen voor mensen met een verstandelijke beperking” wordt de studiedag georganiseerd. Als je inschrijft voor de studiedag, dan wordt het boek vooraf naar je opgestuurd.
WAT LEER JE IN DEZE TRAINING?
In deze training legt de docent Monique Thoonsen op een toegankelijke manier uit hoe onder- en overprikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking precies werkt. Je leert een ‘bril’ opzetten waarmee je kunt kijken naar gedrag met in je achterhoofd de mogelijke invloed van onder- of overprikkeling. Is de cliënt onder- of overprikkeld, of voelt hij zich goed en is hij in staat om zijn taak uit te voeren? Je ontdekt ook wat het nut is van wiebel- en friemelgedrag; dit kan helpen om alerter te zijn of met spanning om te gaan. Ook leer je hoe je op een eenvoudige manier onder- en overprikkeling uit kunt leggen aan de cliënt en betrokkenen. Je leert hoe jij kunt zorgen voor een leef-, werk- en leeromgeving waarin de cliënt zich prettig(er) voelt en meer tot zijn recht komt.
In de studiedag gaan we met behulp van veel beeldmateriaal kijken naar gedrag. De deelnemers werken samen om verschillende opdrachten uit te voeren waarin zij oefenen met herkennen van onder- en overprikkeld gedrag en het kiezen van strategieën. Zij leren het Waaiermodel kennen, waarmee je het proces van zintuiglijke prikkelverwerking en mogelijke oplossingen kunt visualiseren.
Leerdoelen:
Aan het einde van de dag weet je
- hoe het proces van prikkelverwerking in de hersenen verloopt.
- dat er een ‘prikkelfilter’ is, dat bepaald wat er met de zintuigprikkels gebeurt.
- gebruik te maken van een kijkwijzer: de ‘prikkelwijzer’,
- in een aantal stappen (storend) gedrag typeren. Is de cliënt misschien onderprikkeld of overprikkeld? Wat doet hij zelf om het gedrag te reguleren? Wat kun je als professional aanbieden om de prikkelverwerking te ondersteunen?
- aan de hand van – deels zelf ingebrachte – casussen
- typeren van gedrag en beslissen of er een andere of aanvullende strategie nodig is.
- activerende en kalmerende strategieën en hoe je deze kunt toepassen.
- of onder- of overprikkeld zijn een onderdeel is van bijvoorbeeld ASS, HSP, VB, AD(H)D en NAH of dat het een met het ander verward kan worden.
DOELGROEP
De training is bedoeld (en geschikt) voor eenieder die zorgt voor mensen met een verstandelijke beperking.
ACCREDITATIE
Is toegekend door:
- Het accreditatiebureau NIP/NVO voor:
- Herregistratie 6 punten
- Opleiding – behandeling 3 punten
- Opleiding – diagnostiek 3 punten
- Opleiding – extra literatuurstudie 6 punten
- Het SKJ neemt de accreditatie van NIP K&J / NVO OG over.
- Herregistratie 6 punten
- Registerplein voor PDW-ers, GGZ-agogen, Maatschappelijk werkers en cliëntondersteuners voor 14 punten.
CERTIFICAAT EN INVOEREN PRESENTIE
FORTIOR reikt aan het eind van de dag certificaten uit. Op het certificaat staan de accreditaties en hun ID-nummers vermeld.
Voor sommige registers van beroepsverenigingen, zoals bij NIP K&J / NVO OG, kwaliteitsregister Paramedici, KNGF, Register Vaktherapie en Registerplein, voert FORTIOR de presentie in. Hiervoor hebben wij het nummer nodig waarmee je in het register bent ingeschreven.