Kinderen met ruimtelijk-visuele problemen

Dit boek richt zich op kinderen met een gebrek aan ruimtelijk-visuele vaardigheden maar met goede verbale mogelijkheden. De kinderen leren hun sterke talige capaciteiten te gebruiken om de zwakkere mogelijkheden te compenseren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de beren-aanpak uit de zelfinstructiemethode van Meichenbaum. De ‘hoe moet ik dat doen’-beer helpt de leerlingen om op een gestructureerde manier een taak uit te voeren. Tegelijk is de beer voor leerkrachten en begeleiders een hulp bij het begeleiden van kinderen in probleemoplossing. De hulpverlener is gericht op interactie tussen kind en begeleider. Het boek bevat oefenmateriaal, ingedeeld in zes pakketten met elk een eigen thema: kijken naar kenmerken, analyseren en vergelijken van kenmerken, verstopwoorden (structuur herkennen in woorden), natekenen en naschrijven naar model, kopieren met structuuropbouw en juist overschrijven. Daarnaast wordt ingegaan op de verschillende theorieen over het leerproces van kinderen.