Waarom incidentele gelden niet genoeg zijn om het lerarentekort op te lossen

leestijd: 2 minuten
Het kabinet heeft miljoenen euro’s uitgetrokken om het lerarentekort aan te pakken. Maar is dat genoeg? Of gaat het juist averechts werken?

Het lerarentekort als een groot probleem

Het lerarentekort is een van de grootste uitdagingen in het onderwijs. Volgens recente ramingen van het ministerie van OCW zal het tekort in het primair onderwijs naar verwachting oplopen tot 4.100 FTE in 2025 en in het voortgezet onderwijs tot 1.260 FTE. Deze ontwikkeling heeft ernstige gevolgen voor de kwaliteit en continuïteit van het onderwijs, de werkdruk van leraren en het welzijn van leerlingen.

Het kabinet heeft diverse maatregelen genomen om het lerarentekort aan te pakken, waaronder het verhogen van salarissen, het verstrekken van beurzen en subsidies, het stimuleren van zij-instromers en het opzetten van regionale initiatieven. Bovendien is er in 2020 een convenant gesloten tussen het kabinet en de onderwijssector om extra incidentele gelden beschikbaar te stellen voor de aanpak van het lerarentekort en werkdrukverlichting. In totaal gaat het om 460 miljoen euro voor het primair onderwijs en 360 miljoen euro voor het voortgezet onderwijs.

Beperkingen van incidentele gelden

Hoewel deze initiatieven waardevol zijn, zijn incidentele gelden lang niet voldoende. Allereerst bieden ze geen duurzaamheid en continuïteit voor scholen en leraren. Scholen kunnen met deze gelden tijdelijk extra personeel aannemen, maar na afloop van de regeling moeten ze deze mensen weer laten gaan. Dit is niet alleen demotiverend voor de betrokkenen, maar ook inefficiënt en ineffectief. Het vergt tijd en geld om mensen te werven, op te leiden en te begeleiden. Daarnaast draagt het niet bij aan de kwaliteit en stabiliteit van het onderwijs.

Ten tweede richten incidentele gelden zich niet op de structurele oorzaken van het lerarentekort. Het tekort is geen geïsoleerd probleem, maar een symptoom van een dieperliggende crisis in het onderwijs. Deze crisis heeft te maken met een gebrek aan waardering, autonomie, professionele ruimte, loopbaanperspectief en aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden voor leraren. Om deze problematiek aan te pakken, is een fundamentele herwaardering en herinrichting van het leraarschap noodzakelijk.

Op naar een langetermijnvisie

Het is tijd voor een langetermijnvisie en -investering in het onderwijs, die gericht is op het versterken van het leraarschap als beroepsgroep. Een visie die antwoord geeft op de vraag: wat verwachten we van leraren in de 21e eeuw? Wat hebben ze nodig om hun werk goed te kunnen doen? Hoe kunnen we ze beter opleiden, begeleiden, belonen en behouden? Een investering die zorgt voor voldoende en goede leraren, die zich gewaardeerd en gemotiveerd voelen, die zich blijven ontwikkelen en die samenwerken met collega’s, ouders en andere partners.

Incidentele gelden lijken een druppel op een gloeiende plaat voor het lerarentekort, die problemen vooral uitstellen in plaats van oplossen, en afleiden van de structurele problemen en de langetermijndoelen in het onderwijs. Wanneer gaan we richting een heldere visie en een duurzame investering in het onderwijs?


Kijk verder:

De energiekosten stijgen en ook kinderopvangorganisaties voelen dat in de portemonnee. Naast dat je flink kunt besparen op de kosten, dragen al jouw verbeteracties ook bij aan een beter klimaat. Win-win!