De basis van kansenongelijkheid ligt meestal in de kindertijd door het opleidingsniveau, het inkomen en eventuele taalachterstand van de ouders. Uiteindelijk kan kansenongelijkheid zelfs inkomensongelijkheid veroorzaken. Daarom is het belangrijk om kansenongelijkheid in het onderwijs zoveel mogelijk op te vangen.
Leerlingen met een kansenachterstand hebben extra tijd en aandacht nodig om van 0-1 naar 1-1 te komen. Als onderwijsmedewerker moet je daar dus extra tijd voor vrijmaken. Veel scholen bieden wel opties om jou daarin te ondersteunen, omdat ze daar subsidie voor kunnen krijgen. Het is vooral belangrijk dat je achterstanden signaleert en er in jouw team samen aan werkt om deze leerlingen zo goed mogelijk te helpen.
Wil je meer leren over kansenongelijkheid? Bekijk ons aanbod!